Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen de ganse vergadering [39]zag, dat [40]Aaron overleden was, zo [41]beweenden zij Aaron [42]dertig dagen, het ganse huis van Israel. 39. Dat is, vernam; te weten, uit den mond van Mozes en Eleazar, en ziende dat hij niet wederkwam. Zie dergelijke manier van spreken Gen.42:1, vergelijk met Hand.7:12. 40. Aaron is gestorven in het 123ste jaar zijns ouderdoms, hfdst.33 vs.38,39, op den eersten dag der vijfde maand, in het veertigste jaar na den uittocht uit Egypte. Van zijn begrafenis wordt gesproken Deut.10:6. 41. Dat is, zij droegen een rouw over Aaron. 42. Zolang beweenden zij Mozes ook; Deut.34:8.